Bijbelboek: Lukas

Drie discipelen zijn heel onbekend. Er staat niet veel over hen in de Bijbel. Jezus kiest geen vooraanstaande mensen uit, maar voor de wereld onbeduidend en onbetekenend. Toch maakt Hij ons dan geschikt, en kan Hij ons gebruiken, als wij Hem maar volgen. Jakobus ‘de kleine’ , de zoon van Alfeüs, de aanvankelijk fanatieke Zeloot Simon Zelotes (Kananites), en de andere Judas (Lebbeüs of Thaddeüs: ‘met het grote hart’), stuk voor stuk volgelingen, van wie we weinig lezen, maar die Jezus in Zijn dienst nam

Tien melaatsen riepen tot Jezus om Zijn ontferming. En wie zich tot Hem wendt, wordt nooit weggestuurd. Jezus zendt hen naar de priester, en terwijl zij weggaan, worden zij genezen van hun ziekte. Slechts één, een Samaritaan nog wel, keert terug om Jezus te danken. Maar waar zijn de negen anderen? Dankbaarheid is een kenmerk van het geloof. Wij dienen de dank aan God te brengen voor al Zijn goedheid

Bij de poort van Naïn ontmoeten twee stoeten elkaar: die van het Leven en die van de dood. De dood houdt nooit halt, maar Jezus houdt de dood nu staande. Hij is innerlijk bewogen met ons, in smart en leed, hier met een moeder die haar enig kind begraven moet. Zijn macht die de dode jongeman opwekt is een teken van wie Hij is: de Verlosser! Doden horen de stem van God, en zij zullen leven. Jezus wekte drie doden op. Heere, mag ik de vierde zijn?

Jakobus’ ijver en ambitie, die hij van huis uit meegekregen had, werden door Jezus geheiligd, toen Hij hem en zijn broer riep tot Zijn discipelen. Want ijver kan ook onzuiver, onheilig, zelfs dodelijk zijn. Jezus bestraft zulke ijver. De rechte ijver richt zich op het zoeken van het goede voor de zielen van mensen, en wordt gevormd door het Evangelie. Jakobus leerde dit van Jezus en volhardde met onuitblusbare ijver voor het Evangelie, waarvoor hij uiteindelijk zijn leven gaf

Er moe(s)t wat gebeuren. Christus móest lijden en sterven voor de zonden. De Schriften móesten immers vervuld worden, die daarover geschreven hadden?! Ja, maar, er moet toch wat aan een mens gebeuren? Ja, dat hij gelooft in de Schriften, en in de Christus der Schriften. En als je dat gelooft, dan zal je eens opstaan met een heerlijk opstandingslichaam. Want dit sterfelijke moet eerst sterven, om daarna onvergankelijkheid te beërven

Christus wordt naar Herodes gebracht. Herodes vond de komst van Jezus zeer gewenst, wilde weten Wie Hij was. Nieuwsgierigheid zonder begeerte naar Zijn woorden. Maar als Jezus niet doet wat Hij wil, een teken geven, dan gaat en laat hij Jezus bespotten. Maar Jezus zwijgt onder deze spot. Voor zondaren, die op duizend vragen geen antwoord kunnen geven. Jezus zwijgt, Herodes vraagt. Maar eens zal Herodes zwijgen, terwijl Zijn Rechter, de verheerlijkte en verhoogde Christus spreken zal

Bent u weleens bang voor God? Maar je hoeft toch niet bang te zijn voor Hem, zeggen we dan. Ja, maar in de geschiedenis van de storm op het meer, en de wonderbare visvangst zien we dat de discipelen ontzet waren, bevreesd voor Jezus’ macht. Petrus riep uit: ga uit van mij, want ik ben een zondig mens! Maar Gods heiligheid wil ons niet verteren, maar bekeren. Vrees niet, zegt Jezus. Vlucht niet voor Hem, maar keer je tot Hem!

Jozef en Maria gingen met Jezus naar de tempel, maar zonder Hem weer terug. U gaat toch niet zonder Jezus de kerk uit? Ze vonden Hem in de tempel. Natuurlijk, in het huis van Zijn Vader! Wist u niet dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader? Wat wij niet doen en niet kunnen, dat heeft Jezus voor ons gedaan

Simeon neemt Jezus in zijn armen, en heeft heimwee naar Huis. Want Hij ziet Gods zaligheid, aan hem gegeven. Maar ook aan alle volken! Hoop niet alleen voor mij maar voor iedereen. En voor Israël! Opdat het tot bloei en glorie komt dit door Kind. Maar Simeon is ook eerlijk. In de ontmoeting met dit Kind zal blijken, wie Het aanneemt of verwerpt. Tot val of tot opstanding