Bijbelboek: Psalmen

God is alomtegenwoordig. Maar Hij woont toch in de hemel? Is Hij ook in de hel tegenwoordig? God is niet beperkt door tijd of ruimte. Hij troont in de hemelen, en heeft de aarde als een voetbank voor Zijn voeten. Maar het bijzondere is: Hij wil wonen bij de nederige, zo dichtbij! In Zijn Zoon kwam Hij dichtbij, in Wie de volheid van de Godheid lichamelijk woonde. Hij wil zelfs in de gemeente wonen met Zijn Geest, als in een tempel.

De wereld siddert en beeft voor Gods regering. Zijn almacht gaat ver boven hun macht uit. Maar Gods kinderen aanbidden Hem. En Hij verhoort hen vanaf het verzoendeksel tussen de cherubs. De gelovigen roepen Hem aan, en Hij is -hoewel een heilig God- een vergevend God

Asaf noemt God ontzagwekkend, en vraagt zich daarom af: wie zal bestaan, als Uw toorn ontvlamt? En het antwoord is: het is vreselijk voor Zijn vijanden, die Hij wegvaagt. Maar de zachtmoedigen, die nederigen, die hopen op Gods genade verlost Hij. Daar is vergeving en verlossing voor hen. Zij krijgen een opdracht: ze worden opgeroepen om geloften aan God te doen en ze ook na te komen. Belooft ú aan God, dat u Hem wilt dienen?

De les van de voetwassing gaat dieper dan alleen Jezus’ voorbeeld van dienstbaarheid. Petrus wilde geheel gewassen worden, maar hij was dat al, door het ‘bad der wedergeboorte.’ Hij had al deel aan Christus. Maar wij moeten leren, dat onze ‘voeten’ die telkens bezoedeld worden door onze wandel in de wereld, altijd opnieuw gewassen moeten worden door de regen van het Woord

God schiep de tijd, toen de schepping plaatsvond. Onze levenstijd is de lijn tussen wieg en graf. God is eeuwig, wij zijn mensen van de tijd. Mijn onzekere tijden zijn ook in dit nieuwe jaar in Zijn vaste hand, in Zijn zegenende, liefdevolle hand. Een geloofsbelijdenis met vertrouwen in de eeuwige God. In die hand kunnen we ook onze geest bevelen, zoals Jezus zelf ook deed

Door de eeuwen heen is Israël belaagd, en met vernietiging bedreigd. Dan klinkt in psalm 124: als de Heere niet bij ons was, dan… ja, onze hulp is in de Naam van de HEERE, de Verbondsgod, Die niet loslaat het werk van Zijn handen. Zo klinkt deze uitroep als een geloofsbelijdenis. Zo klinkt deze bemoediging elke zondag in het votum. Dat geeft ons altijd weer hoop en moed. Want Hij zal Zijn werk voor ons ook voleindigen

God zwijgt niet langer, maar verschijnt, en wil spreken met Zijn volk. Hij wil gediend worden met de juiste motivatie. Zijn aanklacht is daarop gericht: het volk dient Hem plichtsgetrouw, maar niet met het hart. Daarover toornt God, maar wie Hem aanroept in de benauwdheid,, aan hem wil God Zijn heil doen zien

De duivel verzocht Jezus’ toewijding aan Zijn Vader op drie punten: Zijn afhankelijkheid van de Vader, Zijn vertrouwen in Hem, en de aanbidding van Hem. Als Jezus zou vallen voor deze verzoekingen, zou de weg naar de zaligheid afgesloten zijn. Maar Jezus weerstond de duivel met Gods Woord

Asaf kon Gods weg niet begrijpen. Maar toen zag hij hoe hijzelf een dom beest was. Dat leerde hij in Gods heiligdom, waar hij op Gods Offer mocht zien. En uiteindelijk mocht hij belijden: U hebt mijn rechterhand gevat, om mij in het licht te stellen, te leiden door Uw raad, en te brengen in Uw heerlijkheid