Gefilterd op:

Bijbelboek: Filippenzen

Legen
  • 31-augustus-2025

    Voorganger: prop. G.A. van Ginkel

    Bijbelboek: Filippenzen

    Paulus’ geloofstaal uitte zich in de woorden: ik kan alles door Christus Die mij kracht geeft. Hij beleed daarmee dat hij tot niets in staat was zonder Hem.’ Zonder Mij kunt u niets doen. ‘Diezelfde geloofstaal gebruikte David: met mijn God kan ik door sterke benden dringen, over hoge muren springen. Die kracht wordt ervaren door en met de Heilige Geest. In ons lijden (Paulus had ook veel meegemaakt) krijgen we kracht om onze weg te vervolgen. Zie hoe Christus alles heeft verdragen en vind uw kracht in Hem!

  • 29-december-2024

    Voorganger: Ds. M. Klaassen

    Bijbelboek: Filippenzen

    De weg van Christus is als een parabool: vanuit de hoogte naar omlaag en dan weer naar boven. In Hem werd Gods ‘morfe’ (gestalte) zichtbaar. Maar Hij legde de zichtbare tekenen van Zijn Godzijn af, en nam de gestalte van een dienende slaaf aan. Hij vernederde Zich helemaal, tot aan de kruisdood. Zijn dienende voorbeeld en gewillige gezindheid moet ook in ons zijn

  • 19-november-2023

    Voorganger: Ds. D.H.J. Folkers

    Bijbelboek: 1 Timotheüs, Filippenzen

    Het tiende gebod wijst op het begeren van andermans bezit, met egoïsme en hebzucht. God geeft een ieder wat hij/zij nodig heeft. Maar onze verlangens mogen we wel God voorleggen. Als wij God alléén dienen (1e gebod!), hebben we genoeg aan Hem. Christus’ enige begeerte was de wil van Zijn Vader te doen

  • 5-november-2023

    Voorganger: Ds. J. van Meggelen

    Bijbelboek: Filippenzen

    De gift van de Filippenzen was een offer voor God. Ze waren aan Paulus verbonden door zijn prediking. Hun liefde was het grootste geschenk voor Paulus. Paulus was blij met wat hij ontvangt van God. Hij had Jezus en dat was hem genoeg. Heeft u ook aan Hem genoeg?

  • 20-augustus-2023

    Voorganger: Dhr. J. Lankhaar

    Bijbelboek: Filippenzen

    Paulus ziet niet tegen de dood op, want hij is reeds gestorven aan alles van zichzelf. Zijn gebalde vuisten waren gevouwen handen geworden. De wet die hij probeerde te houden, klaagde hem aan. Toen werd Christus zijn leven, en die Christus ging hij prediken. Het sterven zou voor hem erven worden, geen verlies maar eeuwige winst