Bijbelboek: 1 Petrus

Het ‘geboortekaartje’ van Jezus wordt bezorgd bij de herders op het veld: heden is u geboren…in de stad van David. Zijn Namen worden als titels genoemd: Zaligmaker (Redder), Christus (Gezalfde), Heere. Ze drukken Zijn werk uit. Verlosser van onze zonden, gezalfd tot onze Koning, Profeet en Priester. En Heere, Machthebber, Die alles en iedereen tot Zijn beschikking heeft

De christelijke kerk is het huisgezin van God, waar broers en zussen bijeen zijn met en in Christus. Geadopteerd als kinderen van de levende God. De gemeente is ook basis en fundament van de waarheid, een lichtbaken voor de omgeving, en visitekaartje van de Waarheid. O, Zoon, maak ons Uw beeld gelijk!

Petrus roept de gemeente op om één te zijn. In alle verschillen één in Christus, meelevend en meelijdend met elkaar. Als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Barmhartig en vriendelijk voor iedereen. Opdat mensen van buiten geworven worden voor Christus. Opdat we zo zegeningen ontvangen zullen

Drie voorbeelden hoe Gods genade Zijn gemeente staande houdt, zien we bij Petrus zelf: een loochenaar wordt opgericht en in zijn ambt hersteld, bij de gemeente van Rome, die hoewel uitgedund, door God beschermd wordt, en bij Johannes Marcus: de afhaker, die later van groot nut is geworden

Aan het eind van de eerste Petrusbrief staat waar het Petrus om te doen was: zijn lezers wijzen op de genade van God, het enige, waardoor ze staande kunnen blijven. Hoe? Eigenbelang ondergeschikt maken aan het belang van de gemeente. Onderdanig zijn aan elkaar, nederig i.p.v. hoogmoedig, en weerstand bieden aan de duivel

Bijbels leiding geven is geen hiërarchische lijn in macht, van boven naar beneden, maar als eerste onder zijns gelijken. En zoals een herder, die zelf voorop gaat, en de hitte en de koude ondergaat met de schapen. Zó leiden kan niet zonder lijden. Maar hier lijden betekent straks heersen met Christus op de nieuwe aarde

Gesmaad worden als christen is een ereteken, dat je hoort bij Gods familie. Daarom is christen een erenaam. De scheiding tussen schijn en zijn zal steeds duidelijker worden (te beginnen in de kerk), als de smaad toeneemt. Vertrouwen op God is de sleutel om staande te blijven

Laat u niet verrassen door het lijden, dat u overkomt. Het is de beproeving van uw geloof, en Gods genade kan daardoor schitteren. Laat het lijden u niet verbitteren, want het brengt u geen smaad, maar zaligheid. Straks is het lijden voorbij, wanneer u de kroon van de eeuwige heerlijkheid zult ontvangen

Omdat de voleinding nabij is, blijven we Bijbels, helder denken en bidden, hebben we elkaar lief en vergeven we elkaar, zijn we gastvrij in de gemeente: zijn we vrienden voor vreemden, en dienen we elkaar met de ons gegeven onderscheiden gaven